Wijziging in de Voorlopige Hechteniswet

Dankzij een aanpassing van de Voorlopige Hechteniswet kan de verdachte zich voortaan laten vertegenwoordigen wanneer hij moet verschijnen voor de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling bij de handhaving van zijn voorlopige hechtenis. Deze belangrijke evolutie in het strafrecht, volgt uit onderstaande wetswijziging.

TITEL IV. — Wijzigingen van de bepalingen inzake de persoonlijke verschijning van de verdachte

Art. 15. In artikel 21 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° in § 1, tweede lid, worden de woorden « de verdachte en zijn raadsman » vervangen door de woorden « en de verdachte en/of zijn raadsman »;

2° in § 2 worden de woorden « of bij ter post aangetekende brief » vervangen door de woorden « , bij aangetekende zending of langs elektronische weg ».

Vertegenwoordiging

Een bevel tot aanhouding van de onderzoeksrechter is maximum 5 dagen geldig. Vóór het verstrijken van die termijn beslist de raadkamer of de voorlopige hechtenis gehandhaafd moet blijven. Dit kan enkel nadat de procureur des Konings, de verdachte en zijn raadsman gehoord zijn.

Maar daar komt nu verandering in. Want de wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie van 27 december 2012 bepaalt dat het voortaan volstaat dat de verdachte en/of zijn raadsman gehoord wordt. Hetzelfde geldt voor de beslissing over de invrijheidstelling op verzoekschrift en bij het hoger beroep. De wetgever brengt op die manier de Belgische wetgeving in overeenstemming met de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Persoonlijke verschijning

Toch blijft de aanwezigheid van de verdachte bij de handhaving van de voorlopige hechtenis erg belangrijk. Daarom bepaalt de nieuwe verzamelwet dat de onderzoeksgerechten de persoonlijke verschijning kunnen bevelen. Dit moet tenminste 3 dagen vóór de verschijning gebeuren. Deze beslissing kan niet worden aangevochten en wordt betekend op verzoek van het openbaar ministerie.

Tot slot kunnen we nog meegeven dat bepaalde mededelingen zoals de oproeping voortaan langs elektronische weg verstuurd kunnen worden. Dat zal bijvoorbeeld ook het geval zijn voor de kennisgeving van de plaats, de dag en het uur van de verschijning voor de raadkamer. Op die manier wil de wetgever inspelen op ‘komende technologische evoluties, wanneer deze voorhanden zijn en wettelijk geregeld’.

In werking

Deze aanpassingen treden in werking op 10 februari 2013. Dat is 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Bron:Wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen betreffende justitie, BS 31 januari 2013 (art. 15-19 DBJ)

Zie ook: Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, BS 14 augustus 1990 (Voorlopige Hechteniswet)